Skip to main content

Delavega

Delavega (150x150)


De La Vega. De naam op zich vertelt al een verhaal. Diego, alias Zorro, is één en al ontwapening. Je levert je over aan de held. Hij is berovering en betovering, al naargelang de gedaante waarin hij verschijnt... Gemaskerd of niet, er schuilt alleszins allerlei onpeilbaars onder de oppervlakte. Een naam als De La Vega draag je dan ook als een icoon. You’re a De La Vega, or you’re not. Zie ook Joey, Dee Dee, Marky, ... Familie geworden in het repetiehonk, als het ware.

Repetitiehonk is nochtans een te oneerbiedige term voor de huisstudio die JP De Brabander (gitaar, electronica, computer) voor zichzelf had uitgehouwen in de Oostvlaamse polders, en waar het mannelijke drietal van De La Vega zich al enige tijd op schrijven en produceren concentreerde. Met een gezamenlijke voorgeschiedenis als de kern van Looplizard en een zijdelingse link naar Rock Rally 1994-finalisten Orgasmaddix, vormen JP, Ben Van De Velde (bas, electronica, computer) en David Van Belleghem (drums, electronica, computer) dan het draagvlak, de aanzet tot De La Vega. Op dat moment daalt een stem uit de duizend over hen neer: Lize Accoe is een stuk jonger, wordt geïntroduceerd door een vriend van een vriend, heeft iets gehad met De Kunstbende maar wil vooral op zoek naar vocale vervulling. Een improvisatiesessie leidt meteen tot het scherpslijpen van de diamant “Speedboy”. Tekst en zanglijnen vloeien als vanzelf, het lijkt alsof beide partijen bij elkaar thuiskomen. Iemand maakt later de wiskundige berekening, en inderdaad: de som van de in elkaar grijpende delen blijkt hoger op te lopen dan die van de delen apart.

Sindsdien geldt dat kiezen niet gemakkelijk is. Geen enkele muzikale cocktail wordt door De La Vega onbeproefd gelaten, gasten komen langs voor experimentele kersen op de taart, alle auditieve groenten gaan door de productionele blender. Maar knopen dienen nu eenmaal om te worden doorgehakt, en op dat moeilijke snijpunt van het artistieke proces groeien de vier leden uit tot een hechte eenheid. Er bestaat geen betere manier om kernachtig het wezen en functioneren van De La Vega te omschrijven dan met de zin “We don’t know where we’re going to, but we know we’re going there together…”. Een parafrase van Speech van Arrested Development, jawel, en in die zin tevens een indicatie voor de vindplaats van de mosterd: Lize brengt gevoeligheden uit soul, jazz, hip hop en de DJ-cultuur aan, terwijl JP, Ben en David hun bedje van dub, noise, funk en prangende rock spreiden. De richting ligt niet vast, maar krijgt organisch haar beslag, al dan niet op de dansvloer. Denk aan Red Snapper, The Herbalizer, Cinematic Orchestra, DJ Shadow. Maar ook niet teveel, natuurlijk.

Productioneel hadden de heren De La Vega al ontzettend veel opgestoken van grootmeester Adrian Sherwood (met wie Looplizard ooit zijn eerste album opnam), nu is er ook de input van technicus Marc François. Luister naar het instrumentale “Scream For Ibiza”, waarvan de weidsheid op pointillistische wijze vanop afstand uit de verf komt. En wees niet bang van het sexueel geladen “Surely”, waarin zwoele vioolstreken de opening vormen tot meer. Zo is het ook met de teksten van Lize: in “He Spends His Days” en “Speedboy” wijzen zinnen en woorden op details, om van daaruit het grotere plaatje aan te zwengelen. Stream of (un)consciousness? Zingen als therapie? Op zijn minst één ding is zeker: wie de jongedame nog niet eerder had opgemerkt als soulvolle vertolkster van de song “Breaking Up” (onderdeel van de door Piet Goddaer/Ozark Henry vormgegeven soundtrack van de TV-serie “Sedes & Belli”), kan vanaf nu onmogelijk nog om haar heen.




Kunstenpunt

Steunpunt voor beeldende kunsten, podiumkunsten en klassieke muziek.