Skip to main content

Joseph Callaerts


componist

Zijn vroegste muziekopleiding heeft Joseph Callaerts (1830-1901) genoten als koraaltje in de muziekkapel van de Onze-Lieve-Vrouw-Kathedraal en bij de Antwerpse componist en musicograaf Eduard Grégoir, die zelf ook pianist en organist was. Bij de componist Henri Simon verwierf hij kennis van harmonie en contrapunt. Hij studeerde verder aan het Brussels conservatorium waar hij in 1856 een eerste prijs orgel behaalde bij Jacques Lemmens. Ondertussen was hij al sinds 1850 organist bij de Jezuïeten in Antwerpen. In mei 1853 werd hij dan eerst plaatsvervangend en twee jaar later titularis-organist aan de Antwerpse kathedraal, nog voor hij dus zijn orgeldiploma had behaald. Daarenboven volgde hij in 1863 Jan Frans Volckerick op als stadsbeiaardier. In 1867 werd hij tot orgelleraar benoemd aan Benoits Antwerpse Muziekschool, een functie die hij nadien zou combineren met het leervak praktische harmonie. Enkele van zijn bekendste orgelstudenten waren Jan Blockx, Emile Wambach, Karel Gras, Willem De Latin en Lodewijk Mortelmans. Hij werkte verschillende jaren als organist mee aan de concerten van de Société de Musique in Antwerpen waar hij zowel de orgelpartij in de Matthäus Passion als in De Oorlog van Benoit vertolkte. Als orgelexpert werd hij regelmatig om advies gevraagd en natuurlijk was hij nauw betrokken bij de bouw van het Schijvenorgel dat tussen 1889 en 1891 in de kathedraal van Antwerpen werd gebouwd. Naast de evidente orgelmuziek schreef Callaerts ook religieuze werken, cantates, koren, liederen, kamermuziek, composities voor orkest (waaronder een orgelconcerto) en de opera Le retour imprévu die in 1889 in het Théâtre Royal d’Anvers gecreëerd werd. Sommige orgelwerken vonden een buitenlandse uitgever en zijn Symphonie à grand orchestre en zijn Pianotrio werden door de Académie royal de Belgique bekroond. (Jan Dewilde, Studiecentrum voor Vlaamse Muziek)




Kunstenpunt

Steunpunt voor beeldende kunsten, podiumkunsten en klassieke muziek.