Skip to main content

Hubert Boone

Hubert Boone


Hubert Boone ligt aan de basis van de Vlaamse, en in grote mate ook van de Belgische, ‘revival’ van de instrumentale volksmuziek.

Hubert Boone kreeg zijn eerste muzieklessen van de gebroeders Mil en Jean Penninckx, respectievelijk kleermaker en beenhouwer in zijn geboortedorp. Van 1953 tot 1956 speelde hij cornet in de plaatselijke fanfare Sint-Stefanus en leerde zo ook het traditionele repertoire kennen van de oude generatie van volksmuzikanten.Dit repertoire fascineerde hem van jongs af.

Van 1957 tot 1963 studeerde hij aan het Koninklijk Muziekconservatorium van Brussel: notenleer, altviool, harmonie, contrapunt en fuga. Daarna was hij een tijdlang altviolist aan de Koninklijke Vlaamse Opera (KVO) van Antwerpen.

In 1968 werd H. Boone wetenschappelijk medewerker aan het Muziekinstrumentenmuseum (MIM) van Brussel waar hij meer dan dertig jaar lang werkte. In 1978 volgde hij de vermaarde musicoloog Paul Collaer op in de Koninklijke Belgische Commissie voor Volkskunde (Vlaamse sectie). Als onderzoeker publiceerde hij verschillende artikels en een aantal uitgebreide monografieën over de Vlaamse-Waalse en Europese volksinstrumenten: De hommel in de Lage Landen (1976), De doedelzak (1983), De mondtrom (1986), Het accordeon en de voetbas in België (1990), Volksinstrumenten in België (1995, i.s.m. Wim Bosmans).

Zijn interesse voor wat er zich buiten onze grenzen afspeelt is ook niet min. Zo had hij reeds in 1966 contacten met Bulgaarse musicologen (in 1970 ontmoette hij Philippe Koutev, de grondlegger van ‘Mistère des voix Bulgares’), hij had contacten met Denijs Dille (voormalig directeur van het ‘Bela Bartok-archief’ in Budapest), met Konstantin Vertkov (Russische organoloog), met de Armeense etnomusicologe Margaret Brutian … Vanaf 1990 maakte hij opnamen van traditionele muziek in verschillende streken van de voormalige Sovjet-Unie (ze verschenen ook op CD): Oekraïne, Armenië, Belarus, de Wolgarepublieken Tsjoevasjië en Mordovië (Rusland), Zuid-Ossetië (Georgië) en bij de Koerdische gemeenschap van Armenië, i.s.m. de musicologe Djamila Djalil.

In eigen land is de auteur al lang actief in de folkwereld. Zo richtte hij in 1968 de volksdansgroep ‘De Vlier’ op, in 1978 volgde ‘Het Brabants Volksorkest’ en in 2000 het ensemble ‘Limbrant’. In de twee laatste groepen speelt hij viool, cornet en doedelzak Met deze ensembles bezocht hij een dertigtal landen, waaronder Mali, Uganda, Noord-Korea, Cuba, Brazilië en tal van republieken van de voormalige Sovjet-Unie.

Hubert Boone ligt aan de basis van de Vlaamse, en in grote mate ook van de Belgische, ‘revival’ van de instrumentale volksmuziek. Door zijn toevallige geboorteplaats (net op tijd geboren) en een omgeving met tal van muzikale tradities, kan hij ook beschouwd worden als een laat product van de ‘survival’.




Kunstenpunt

Steunpunt voor beeldende kunsten, podiumkunsten en klassieke muziek.