violist, concertmeester, kapelmeester

Hendricus-Jacobus de Croes werd geboren op 19 september 1705 te Antwerpen en gedoopt als zoon van Henri de Croes en Anne Marguerite Hallandus.
In november 1723 werd hij eerste violist aan de Sint-Jacobskerk te Antwerpen. Die functie verliet hij in 1729 om te Frankfurt in dienst te treden van de prinsen van Thurn en Taxis.

Later vestigde De Croes zich in Brussel, waar hij in 1744 staat ingeschreven als concertmeester van de hofkapel van Karel van Lorreinen, de kunstminnende gouverneur-generaal van de Nederlanden en schoonbroer van keizerin Maria Theresia. In 1746 werd hij er tot directeur en Maître de chapelle benoemd.
De Croes overleed in Brussel op 19 augustus 1786.
Van zijn rijke oeuvre aan religieuze muziek zijn vandaag slechts een zestal motetten en enkele missen bewaard gebleven. Van de instrumentale composities van De Croes, waaronder triosonates, sonates voor strijkers en concerti voor viool en fluit, werden er tijdens zijn leven meerdere uitgegeven door Leclerc in Parijs.

(Patrick Peire in het booklet van de cd 'de Croes: motetten' eufoda 1358)