Pierre de la Rue werd waarschijnlijk rond 1450 in Doornik geboren en kreeg er eveneens naar alle waarschijnlijk zijn eerste opleiding in het kathedraalkoor. Hij wordt voor het eerst vermeld als volwassen zanger in 1469-70 in de archieven van de Sint-Goedelekathedraal te Brussel. Hij bleef er niet lang want in 1470 wordt hij gespot in de Sint-Jacobskerk in Gent en nadien in de O.L.Vrouwekerk in Nieuwpoort waar hij vijf jaar lang verblijft.
Later werkt hij te Keulen en te Kamerijk. Waarschijnlijk reisde hij ook naar Italië.
Van 1489 tot 1492 zong hij voor de broederschap van Onze Lieve Vrouw te 's Hertogenbosch.
In november 1492 wordt hij aangeworven bij de kapel van het Bourgondische hof. Hij vertoeft in het gezelschap van de jonge Filips de Schone en blijft na diens dood nog enkele jaren in het zuiden in dienst van Filips weduwe Johanna de Waanzinnige. Terug in de Nederlanden hervat hij natuurlijk zijn verplichtingen in de Kapel van Margareta Van Oostenrijk te mechelen. Zijn functie is er benijdenswaardig; hij verwierf in verschillende collegiale kerken prebenden: Sint-Aubain te namen, Onze-Lieve-Vrouw in Kortrijk, Onze-Lieve-Vrouw in Dendermonde, Sint-Veerle in Gent.
In 1516 trekt hij zich wat uit de openbaarheid terug in de collegiale kerk Onze Lieve Vrouw van Kortrijk. Pierre de la Rue maakte op dat moment reeds een twintigtal jaar deel uit van de Bourgondisch-habsburgse hofkapel, hij heeft zich dan reeds bewezen en veel rondgereisd, zonder ooit de indruk te wekken zich op één plaats te willen vestigen: Brussel, Gent, Nieuwpoort, Keulen, Cambrai, s'Hertogenbosch, Spanje, Mechelen.
Hij overlijdt te Kortrijk in 1518.