studeerde aan het conservatorium van Antwerpen en vervolmaakte zich aansluitend bij de Operastudio Vlaanderen en de Muziekkapel Koningin Elisabeth, waar ze door Susanne Eken en José Van Dam gecoacht werd. Ondertussen soleerde ze bij de Wiener Festwochen en het Festival van Aix-en-Provence. Ze debuteerde bij de Bayerische Staatsoper te München  2005 als Natalia-Medusa in de wereldcreatie van Medusa (Arnaldo de Felice) en werd er  prompt heruitgenodigd voor Oscar in Ballo in Maschera en Voce dal Cielo in Don Carlo o.l.v. Zubin Mehta, die haar meteen uitnodigde als Blonde in Entführung aus dem Serail (opera Tel-Aviv). Een rol, die ze nadien zowel aan het Liceu te Barcelona als in de Munt vertolkte.

In 2008 vierde ze haar debuut bij het Theater an der Wien als Soeur Constance in Dialogues des Carmélites ; snel volgden Maja in Die Besessenen van Johannes Kalitzke en Najade in Ariadne auf Naxos. Andere belangrijke huizen waar ze sederdien haar opwachting maakte zijn : de Staatsoper unter der Linden Berlin als soprano solo in in Al gran sole carico d’Amore (Luigi Nono), de Nederlandse Opera Amsterdam als Norma Jean in de wereldcreatie van Waiting for Ms Monroe (Robin de Raaff) en Sand- en Taumännchen in Hänsel und Gretel. Nog in Nederland, zong ze onder David Zinman met succes Anna in Richard Strauss' Intermezzo ; het betekende meteen haar debuut in het Concertgebouw Amsterdam.

In Frankrijk maakte ze haar opwachting bij de opera's van Nantes en Angers als Elena in Il Cappello di Paglia di Firenze (Nino Rota) en bij de Opéra national du Rhin te Straatsburg als Despina in Cosi fan tutte, Adèle in Fledermaus en Clorinda in La Cenerentola. In het najaar van 2014 creëerde ze er met groots succes de rol van Claire naar aanleiding van de wereldpremiere van Quai Ouest  van de bekende Franse componist Régis Campo.