Eastman
Wanneer Sidi Larbi Cherkaoui in 1995 de Prijs voor de beste Belgische Danssolo behaalt – een initiatief van de Gentse choreograaf Alain Platel – is dat omdat hij een ongewoon begenadigd danser is. Het is voor Platel de aanleiding om hem uit te nodigen deel te nemen aan de creatie van Iets op Bach (1998). Platels werkwijze is die van een collectief actie-reactieproces, waarbij veel input aan de participanten wordt ontlokt. Het is een waardevolle leerschool en stimulans voor Cherkaoui. Onder de vleugels van Platel en zijn ‘ballets C de la B maakt hij zijn eerste grote choreografie. Rien de Rien (2000) zet al meteen de teneur voor een indrukwekkend parcours dat hem de volgende vijftien jaar naar de wereldtop zal brengen. Hij wordt deel van de artistieke ploeg bij het Antwerpse Toneelhuis (2006-2009) en wanneer hij in 2010 zijn eigen gezelschap Eastman opricht, krijgt hij een residentie bij deSingel Internationale Kunstcampus. Sinds 2015 is hij tevens artistiek directeur van Ballet Vlaanderen, een frappante gebeurtenis: een figuur uit de hedendaagse dans die in een bastion van het klassieke ballet aan het roer gaat staan. Maar die stap kwam niet onverwacht, want Cherkaoui had voorheen al voor het gezelschap creaties getekend en bovendien had hij ook al werk gemaakt in opdracht van tal van andere gereputeerde klassieke gezelschappen en operahuizen overal ter wereld, o.a. bij de Brusselse Munt, het Zweedse Cullberg Ballet, het Royal Danish Ballet. Hij is inmiddels ook Associate Artist van het Sadler’s Wells Theatre in Londen.
Cherkaoui verwerft graag inzicht, neemt niets for granted, analyseert, legt verbanden en verbindt. Hij doet dat op artistiek en sociaal vlak, verbindt ook het artistieke en sociale. Hij breekt uit keurslijven, omzeilt dogmatisme, verbreedt denk- en dansdraagvlakken.
Daarvoor is hij als het ware in de wieg gelegd: als telg van een Marokkaanse moslimvader en een Vlaamse, katholieke moeder, in 1976 geboren in Antwerpen, zitten een aantal multiculturele items hem in de genen. Hij studeerde Latijn-wiskunde, had een grote fascinatie voor fysica en hij tekende ook veel. Tekenen is in zekere zin een weg zoeken doorheen de informatie die op je afkomt en pogingen doen om daartussen verbanden te traceren. Die fascinatie, die drang tot analyseren, begrijpen, verklaren en verbinden was zo dominant dat Larbi een uitlaatklep nodig had in een fysieke activiteit en omdat de competitiviteit van sport hem niet lag, koos hij voor dans. Aanvankelijk was hij thuis in showdans en streetdance, om dan toch te studeren aan het Hoger Instituut voor Dans (het huidige Conservatorium van de AP Hogeschool in Antwerpen) en vervolgens bij P.A.R.T.S., de dansschool van Anne Teresa De Keersmaeker.
De kennismaking met het werk en het denken van grote namen uit de dansgeschiedenis zette de lijnen van Cherkaoui’s parcours uit. William Forsythe, Pina Bausch, Trisha Brown en natuurlijk ook De Keersmaeker zelf scherpten zowel het mathematisch, structureel, architecturaal denken als de ongebreidelde vrijheid in de danscreatie en de sociale betrokkenheid aan. Het leidt tot een artistiek traject dat wordt gestuurd door een permanent (onder)zoeken, niet van een eigen coherente danstaal, maar wel telkens opnieuw van de taal die de specifieke boodschap of het verhaal van elk project vraagt. En andersom roepen de diverse (dans)talen waarmee hij aan de slag gaat ook nieuwe artistieke en sociale boodschappen op. Al dansend groeit Cherkaoui’s nieuwsgierigheid naar andere danstalen.
Showdans, streetdance, postmoderne dans, hedendaagse dans… hij plaatst ze naast elkaar of haspelt ze door elkaar en voegt er andere dansstijlen aan toe.
In Rien de Rien staat een voormalige balletsoliste (Marie-Louise Wilderijcks) mee op het podium met een muzikant, zangers, hedendaagse dansers en een kind. De muzikant neemt de plaats in van de imam in een moskee, er wordt een oud-Italiaans religieus lied gezongen dat ooit werd afgewezen door de katholieke kerk, er staat een Arabische spreuk op de achterwand. Religieuze, verbale, muzikale en dansante verhalen en boodschappen kruisen elkaar, zorgen voor spanning, en worden samen mooi. Danser-zanger-choreograaf Damien Jalet was er in Rien de Rien al bij. Met hem zou Cherkaoui in 2002 d’avant creëren, een hedendaagse choreografie op middeleeuwse muziek voor dansers van Sasha Waltz. In 2010 maken ze Babel(words), dat twee Olivier Awards in de wacht sleept (zowat de Britse Oscars voor de podiumkunsten), en in 2013 creëren ze samen een versie van Ravel’s Bolero voor het Ballet de l’Opéra de Paris, waarvoor performancekunstenares Marina Abramović de scenografie ontwerpt.
Een amalgaam van culturele en religieuze invloeden uit het verre en het nabije verleden en uit het heden, uit diverse geografische oorden, ontmoeten elkaar, spelen naast elkaar of gaan in symbiose nieuwe verhalen zoeken. Dat ‘banden scheppen’ is voor Sidi Larbi Cherkaoui zoiets als een missie geworden. Getuigen daarvan zijn het mooie Foi (2003), over de kracht van het geloof, en het fascinerende Tempus Fugit (2004), over de schijnbare absoluutheid van tijd en de diverse belevingen en interpretaties van tijd in verschillende culturen.
Met de Bengaals-Britse choreograaf en Kathak-danser Akram Khan sluit Cherkaoui in 2005 een verbond om samen zero degrees te maken. Elkaars danstalen te leren, te decoderen, en verhalen gestalte te geven, culturen, talen, kleuren te vermengen tot een voorstelling. Die methode zou hij later nog vaker toepassen, met een flamencodanser, een tangodanser, een klassieke ballerina, Shaolinmonniken en nog vele anderen. Hij laat zich uitdagen om de dans van de ander te begrijpen door de passen en technieken ervan met veel geduld en empathie aan te leren, associatief te denken, te zoeken naar gemeenschappelijke ‘cellen’ (gedragingen, eigenschappen, perspectieven…) en die zo goed mogelijk te spiegelen, te assimileren, te reflecteren, te vertalen. Dit alles niet om te imiteren, maar veeleer om naar een complementariteit op zoek te gaan. En zo introduceert hij de andere ook in zijn danswereld.
Dat zoeken naar de identiteit van de ander, de fascinatie voor zijn anders-zijn, en het ontdekken van wat je gemeenschappelijk hebt, welke waarden je deelt, slaat bruggen die een wederzijdse communicatie laten stromen die aanstekelijk werkt.
Sutra (2008) creëert Cherkaoui samen met beeldend kunstenaar Antony Gormley, met wie hij al eerder samenwerkte voor zero degrees en die ook later de scenografie voor o.a. Babel zou tekenen. De eenvoudige houten kisten die Gormley ontwerpt, komen tijdens de voorstelling tot leven in prachtige geometrische constellaties. Ze worden gemanipuleerd door een stel onvoorstelbaar virtuoze monniken van een Chinese Shaolintempel. Cherkaoui toont de bewegingstechnieken van deze monniken in hun authenticiteit, vol respect en bewondering, en in een verbluffend visuele, poëtische en ontroerende choreografie.
Cherkaoui zal Oriënt met Occident blijven verzoenen, bijvoorbeeld door muzikanten uit zowat alle uithoeken van de wereld te laten samenspelen. Hij zal zoete symbioses en metamorfoses blijven ontwikkelen, in de ‘0° zone’ of het in between tussen leven en dood, van water en ijs, van zomer en winter. En hij zal sociale thema’s blijven aansnijden die hem als mens, als burger, boeien, verontrusten, fascineren. Zoals in Fractus V (2015), waarin hij de wijze aanpakt waarop informatie al dan niet gemanipuleerd bij ons terechtkomt – wat naargelang van de culturele en religieuze context al eens kan verschillen – en hoe wij daarmee omgaan. De teksten van de Joods-Amerikaanse Noam Chomsky liggen aan de basis van deze choreografie.
En toch spelen, naast al de spirituele, culturele en sociale beschouwingen de beeldende schoonheid, de dans als kalligrafie, even sterk. Sensuele bewegingen, visualisatie van ritme en melodie, abstracte constructies: ze maken van elke voorstelling een nieuwe stijloefening.
Omdat Cherkaoui een intellectueel en artistiek denken, zoeken en creëren zo sterk verbindt met een sociaal en spiritueel engagement, ontving hij tal van prijzen in binnen- en buitenland en in 2016 een eredoctoraat van de Universiteit Antwerpen.
AUTEUR:
KATIE VERSTOCKT
Katie Verstockt is journaliste, docente dansgeschiedenis en bewegings- en danscoach. Ze doceert aan de dansopleiding van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen en schreef onder meer voor Knack, Ballet International en Ons Erfdeel.