Luc Dondeyne
Formeel gezien wijdde Luc Dondeyne zich het laatste decennium aan een trage, maar verbeten zoektocht naar de ontwikkeling van een hoogst persoonlijke picturale stijl, die je nog het best zou kunnen omschrijven als 'most-impressionistisch'. Zijn handvaste, maar tevens nonchalant geborstelde verfstreken in vrij felle en dikwijls niet evidente kleuren, fungeren namelijk als puzzelstukken voor het totale beeld, dat zich enkel volledig openbaart na het nemen van de nodige kijkafstand. In tegenstelling echter tot de 19de-eeuwse Franse impressionisten, wiens vluchtige en trefzekere toetsen volkomen in functie stonden van de eerder lieflijke, maar anderzijds bijna meta-schilderkundige weergave van de voortdurend veranderende lichtinval, wendt Dondeyne inhoudelijk gezien zijn 'poot' aan ten voordele van het (onafgewerkte) verhalende aspect van het beeld. Op zich is dit natuurlijk niet nieuw. Een schilder als Michaël Borremans bijvoorbeeld spekt zijn beelden vaak met een surrealistisch aandoende raadselachtigheid, waardoor de toeschouwer wordt getriggerd het 'verhaal' dat zich afspeelt binnen het doek - hoe absurd ook - op zijn eigen manier te vervolledigen.
Bij Luc Dondeyne is er echter meer aan de hand. De expliciet unheimliche en donker-melancholische sfeer die - mede door zijn vreemde aanwending van een impressionistisch aandoende picturaliteit - veel van zijn schilderijen uitstralen, zorgt ervoor dat de toeschouwer effectief gelooft in het nog onafgewerkte verhaal. Meer nog: soms is dit geloof zelfs zo sterk dat je daadwerkelijk het doek zelf vergeet, en je volledig onderdompelt die steeds weerkerende, ongemakkelijk zittende melancholie. In dit opzicht gaat het werk van Luc Dondeyne dus niet alleen over het puur picturale aspect van de figuratieve schilderkunst, maar minstens even sterk over (nog steeds!) universele menselijke gevoelens.
(Thibaut Verhoeven)