Skip to main content

Herman van San


Herman Van San werd geboren op 19 maart 1929 te Mechelen, en overleed er op 26 oktober 1975. Hij onderbrak zijn opleiding in de musicologie om achtereenvolgens muziektheorie en piano te studeren bij G. Minet aan het Koninklijk Conservatorium te Brussel. Eind jaren ’40 schreef hij een essay over de nieuwe muziek voor Tijd en Mens, een in avant-garde kringen ontstaan tijdschrift. Enkele jaren later (1951) richtte hij samen met dichter Remy C. van de Kerckhove De Derde Ruiter op, een neo-expressionistisch tijdschrift, zoals de ondertitel luidde.

In 1953 startte hij met filosofie- en wiskundestudies aan de Université Libre de Bruxelles. Een jaar later verscheen het vervolg op zijn essay over de nieuwe muziek voor Tijd en Mens, ditmaal betreffende de stand van zaken van de toenmalige seriële compositie. Na het afsluiten van zijn filosofiestudies studeerde hij nog fysica, chemie, biologie en uiteindelijk zoölogie en psychologie om de muziek als tak van de wetenschap op een geformaliseerde grondslag in te richten. In verscheidene essays, meestal in buitenlandse tijdschriften (o.a. Gravesaner Blätter, Ordini, Interface), zette Van San deze door een neopositivistische wereldbeschouwing geschraagde bevindingen uiteen. Op muzikaal vlak werkte hij zijn theoretische ideeën van “mathematische elektronische muziek” uit in de studio’s van Keulen (Opus Electronicum Mathematicum Geometrische patterns uit 1956/57 werd met Gottfried Michael Koenig gerealiseerd in 1958 in de WDR-studio), in Gravesano (met Hermann Scherchen en Iannis Xenakis), in Brussel (studio Apelac) en uiteindelijk in Gent (IPEM, met Herman Sabbe).

Niettemin bleken Van Sans ideeën in vele gevallen de analoge techniek inzake muziekproductie van de studio’s te overstijgen. Buiten een opvoering van zijn opus 5 Sectionen/Sneden (1953/1954) tijdens de Darmstädter Ferienkurse für Neue Musik onder leiding van Bruno Maderna, is Van San nooit in de publieke belangstelling gekomen, daar de moeilijkheidsgraad van zijn instrumentale composities veel te hoog lag en zijn elektronisch-mathematische designs onmogelijk konden worden gerealiseerd met de bestaande apparatuur. Vele van zijn ideeën uit de jaren ’50 zouden pas na zijn dood in 1975 dankzij de volledige digitalisering van het elektronisch productieproces van muziek realiseerbaar worden. Van zijn composities is veel verloren en vernietigd.





Kunstenpunt

Steunpunt voor beeldende kunsten, podiumkunsten en klassieke muziek.