Koen De Preter
Koen De Preter is choreograaf en performer. Hij studeerde aan de Fontys Dansacademie in Tilburg en maakte tal van creaties in samenwerking met verschillende performers en gezelschappen, vaak in de vorm van een duet. Aan het begin van zijn carrière maakte hij een aantal creaties onder de vleugels van fABULEUS (Leuven). Als performer werkte hij voor verschillende internationale gezelschappen en choreografen, waaronder Raimund Hoghe, Sasha Waltz & Guests, Fanny & Alexander en Keren Levi.
De Preters laatste voorstelling, To Belong (2016), was een creatie met Theater Stap over samenhorigheid, waarbij De Preter voor de eerste keer aan de slag ging met performers met een beperking. In 2015 zette hij een groots locatieproject op tijdens de Zomer van Antwerpen waarbij een park werd omgetoverd tot een plaats van creativiteit, dans en muziek. J O U R N E Y (2013), een duet met de 89-jarige danseres Alphea Pouget bracht De Preter grotere internationale bekendheid.
Zoals bij velen is dansen voor Koen De Preter een dagelijkse passie, maar voor De Preter is dansen ook fundamenteel ontmoeten. Zijn choreografieën zijn daarom altijd een samenkomst van persoonlijkheden. De mensen met wie hij samenwerkt, zijn geen, of toch niet zomaar, virtuoze dansers, maar mensen die iets te vertellen hebben door hun présence, hun manier van bewegen, hun achtergrond. De Preter noemt zijn werk niet voor niets een zoektocht naar de menselijke maat. Daarmee bedoelt hij niet dat de mens de maat is van alles, maar dat het menselijke interessanter is dan het bovenmenselijke.
Streven naar technische perfectie of virtuositeit is met andere woorden geen doel in De Preters werk. Het draait om het zoeken naar en laten zien van natuurlijke bewegingen die een eerlijke schoonheid uitdragen.
Een interessant en eigenlijk ook logisch gevolg van dit uitgangspunt is de keuze voor zowel professionele als niet-professionele dansers, waardoor de nadruk komt te liggen op de expressie en uitstraling van de dansers, die inspelen op de emoties van het publiek.
De bewegingen die worden getoond in de voorstellingen van Koen De Preter worden gekenmerkt door eenvoud, maar ze slagen er vaak in te ontroeren, door de thematiek van de voorstellingen, de spelvreugde en de interactie tussen de dansers. Ook herkenbaarheid speelt een belangrijke rol, zowel in de choreografie als in de thema’s die worden behandeld. Of het nu gaat over de drang naar beroemdheid in 15 Seconds of Fame, het verlangen ergens bij te horen in To Belong, of het dichten van de generatiekloof in J O U R N E Y, telkens vraagt Koen De Preter ons om op een andere manier te kijken naar de dansers, naar mensen met verschillende achtergronden, leeftijden… Het stelt onze vooroordelen ter discussie over hoe een hedendaagse danser en dansvoorstelling er moeten uitzien.
Hij dwingt de kijker om minder te denken in termen van slagen en falen, en om schoonheid te zoeken in het kleine, het subtiele en het menselijke.
Het is een uitdaging om als publiek anders te gaan kijken, maar ook een uitdaging voor Koen De Preter zelf om als danser en choreograaf verschillende soorten dansers te ontmoeten en rekening te houden met een ander tempo, een andere achtergrond en een andere kennis en kunde, zonder een onderscheid te willen maken tussen hoge en lage kunst, tussen kunde en onkunde.
De fragmenten die hieronder worden beschreven en getoond, maken duidelijk hoe Koen De Preter in zijn voorstellingen niet op zoek gaat naar voor de hand liggende performers. Hij kiest voor dansers en lichamen die vaak niet passen in een bepaalde schoonheidsnorm. Die keuze beïnvloedt ook de choreografie die er uit voortkomt, wat zowel in J O U R N E Y als To Belong te zien is. Hij daagt zijn danspartners altijd uit om anders te bewegen dan ze gewoon zijn, maar wringt ze niet in een keurslijf en maakt telkens hun persoonlijkheid zichtbaar.
In J O U R N E Y stelt Koen De Preter de dwang om vooral heel jonge en strakke lichamen te laten zien in dans ter discussie, om zo ook de drang naar jeugdigheid in de hedendaagse maatschappij te bekritiseren.
Het is een vraag die andere choreografen, zoals Ugo Dehaes in Women, zich ook stelden en een vraag die blijft intrigeren. Het wijst ook op het gebrek aan ouderdomsverering en aan de appreciatie voor ervaringswijsheid. We zien hier De Preter dansen met Alphea Pouget: een jonge danser-choreograaf samen met een ervaren danseres (en tachtiger). Het fragment bestaat uit repetitiebeelden, die laten zien hoe de dansers samenkomen. We zien het niet zo vaak in de dans, een duet tussen jong en oud. De Preter dicht de kloof en toont een ontroerende samensmelting, geen generatieconflict. Uiteraard zijn er wel lichamelijke verschillen die ook zichtbaar zijn en dat ook horen te zijn: De Preters bewegingen zijn vlot en onstuimig, Pouget toont zich kwetsbaarder, maar toch ook krachtig en vooral zelfzeker.
To Belong is een eerste samenwerking tussen De Preter en Theater Stap, een gezelschap dat theater maakt met en door mensen met een mentale handicap. De voorstelling heeft het over het verlangen om ergens bij te horen en hoe dat af en toe ook niet lukt. De choreografie van To Belong, en vooral de vrije dans die wordt afgewisseld met serene simultane bewegingen, doet denken aan art brut, of naïeve kunst. Het is geen constante in het werk van Koen De Preter, maar sluit aan bij zijn manier van creëren en bij zijn danstaal. De dansers krijgen de vrijheid om hun eigen manier van dansen duidelijk te laten zien. De improvisatie, die een essentieel deel is van het repetitieproces, is ook te zien in het eindresultaat. De Preter choreografeert, maar zorgt er voor dat de dansers hun eigenheid kunnen bewaren en laten zien. Daarnaast speelt muziek in deze voorstelling, maar ook in andere voorstellingen, een onmiskenbare rol. De stukken muziek volgen elkaar snel op: verschillende genres en ritmes. Het maakt sommige scènes beladen en zorgt natuurlijk, door de veelal bekende nummers, voor herkenbaarheid.
AUTEUR:
ELINE VAN DE VOORDE
Eline Van de Voorde is freelance dans- en theaterrecensente en werkt in het Museum Dr. Guislain in Gent.