Skip to main content

Hof Van Eede

Hof Van Eede


Theatergezelschap Hof van Eede werd opgericht in 2011 en is het theatergezelschap rond Wannes Gyselinck en Ans Van den Eede. Tot 2018 maakte ook Louise Van den Eede er deel van uit en sinds 2019 behoort Greg Timmermans tot de vaste spelerskern. Hof van Eede staat voor een collectieve werking. Zowel het schrijven van de teksten als het maken van de voorstellingen gebeurt in groep. Hun collectieve schrijfpraktijk zien de theatermakers als een alchemisch proces waarvan het resultaat meer is dan de som van de afzonderlijke delen: “Individueel schrijven we elk op onze manier, al blijft die eenstemmigheid ook wat eendimensionaal. Maar door die teksten tegen en in elkaar te drukken, ontstaat er iets dat complex, interessant, en vitaal is.” 

Hof van Eede schrijft bewust teksttheater. Ze zetten zich af tegen een theater dat zijn authenticiteit in het visuele en het fysieke zoekt enerzijds en tegen een theater waarin taal gereduceerd wordt tot een louter vehikel voor allerlei meningen en boodschappen anderzijds. Een van de opvallende kenmerken van de theaterteksten van Hof van Eede is hun expliciete verwijzing naar en verwerking van literatuur. Dat is een direct gevolg van hun opvatting over taal en over hoe taal op dit ogenblik in de samenleving steeds vaker als manipulatie en ideologie functioneert: “Het klopt dat wij veel met taal bezig zijn. Dat heeft te maken met onze obsessie met literatuur, maar ook omdat we vinden dat we in een tijd leven waarin woorden op een dogmatische manier worden gebruikt, om werkelijkheid te creëren in plaats van te bevragen.” Tegenover dat dogmatische en manipulatieve gebruik van de taal, verdedigt Hof van Eede een “bepaald soort spreken dat aan het verdwijnen is: het zoekende spreken, het precieze formuleren.” De literatuur is bij uitstek de plek van dat zoekende spreken. Het is geen toeval dat Hof van Eede naar modernistische auteurs als Proust, Nescio, Kafka, Rilke en anderen verwijst, schrijvers die de taal hebben aangescherpt aan de veelheid en de onvatbaarheid van de menselijke ervaring. Hof van Eede bewerkt deze schrijvers niet voor het theater, maar beschouwt hen als gesprekspartners uit het verleden met wie ze hun eigen plek in het heden proberen te verhelderen: “Ontvoogding betekent niet jezelf losknippen van de cultuur die je gevormd heeft. Ontvoogding betekent een standpunt innemen tegenover de grond die jou draagt.” De fascinatie voor de literatuur hangt samen met een ander belangrijk thema in de teksten van Hof van Eede: de verhouding tussen leven en kunst. Hoe zwaar kan of mag de artistieke ervaring doorwegen op het leven? Ervaren we pas echt als die ervaring door de kunst is gevormd en verhevigd? Of is de omweg van de kunst een obstakel voor onze eigen persoonlijke ervaring? 

"In de meest recente stukken van Hof van Eede is er echter een duidelijke verschuiving van een existentiële naar een maatschappelijke thematiek. De personages incarneren met elkaar botsende ideeën en houdingen rond een aantal eigentijdse thema’s (Europa, activisme, de opwarming van het klimaat, etc.) zonder dat één van die perspectieven naar voren geschoven wordt. Hof van Eede kiest er expliciet voor om een waaier aan meningen en levenskeuzes aan hun publiek voor te leggen." 

Uit dit alles afleiden dat Hof van Eede voornamelijk cerebrale en elitaire teksten schrijft, is een te snelle en te enge conclusie. In een genereus en open spel wordt het publiek direct aangesproken. De dialogen zijn doorvlochten met veel zin voor humor en lichtheid, woordspel en zelfrelativering, paradoxen en ongerijmdheden. Zo ontstaat een taal die op zijn beste momenten zowel zintuiglijk en poëtisch als analytisch en beschouwend is. Hof van Eede zoekt zich, al discussierend en associërend, nuancerend en uitwijdend, via de literatuur een toegang tot eigentijdse ervaringen als ‘jong zijn’, ‘idolatrie’, ‘empathie’, ‘ballingschap’, ‘revolutie’, ‘zich terugtrekken uit de wereld’, etc.: “Wij willen op het toneel de omweg valideren, de taal heroveren, de complexiteit van taal opnieuw honoreren. Niet als spielerei, maar omdat de werkelijkheid zelf complex is.”

Voor hun eerste voorstelling Waar het met de wereld naartoe gaat, daar gaan wij naartoe (2011) laat Hof van Eede zich inspireren door Jacques le fataliste et son maître (1773), de satirische roman van Denis Diderot, een van de grote schrijvers uit de Verlichting. De roman vertelt het verhaal van een reis die Jacques en zijn meester maken. Het is een roman die een spel speelt met literaire genres en verteltechnieken, vol onderbrekingen en uitwijdingen zit, en iedere romantische illusie onderuit haalt. In die roman verwoordt Diderot zijn twijfels bij het lineaire vooruitgangsoptimisme dat hij aanhing toen hij aan de beroemde Encyclopédie (1750-65) meewerkte. Het is een levenshouding waarin Hof van Eede zich spiegelt en zich herkent. Waar het met de wereld naartoe gaat, daar gaan wij naartoe is een dialoog tussen een hij en een zij (en het publiek). Al van bij de aanvang maken ze duidelijk dat ze iets met de roman van Diderot wilden doen, maar daar niet in zijn geslaagd. In de roman vertelt Jacques een liefdesverhaal, maar hij wordt steeds onderbroken en raakt niet tot het einde. Zo ook slagen de ‘zij’ en de ‘hij’ er niet in te zeggen wat ze nu precies wilden doen met de roman omdat ze steeds van dat thema afwijken en het over hun eigen liefdesrelatie te hebben. Om uiteindelijk te  eindigen op een paradox: 

misschien is dat het geheim van de liefde
dat we nog het meest
de kern van de zaak raken
als we het verzwijgen
misschien moet het onbenoembaar blijven
meer zelfs
misschien moeten we gewoon blijven praten om het vooral niet te benoemen.

Dorstig (2013) gaat over wat het betekent jong te zijn, zowel in zijn extatische en overmoedige momenten als in zijn melancholie die reeds het einde van de jeugd en het leven in de herinnering aankondigt. Vier vrienden en vriendinnen staan op de drempel van de volwassenheid. Ze zijn dorstig naar het leven, vol van verwachtingen, idealen en ambities. Aanvankelijk identificeren ze zich met Eugène de Rastignac, een personage uit Balzacs romancyclus La Comédie humaine (1830-1856) dat zich in het mondaine Parijse leven stort. Nadien identificeren ze zich met de Titaantjes (1915)van Nescio: vier vrienden die terugkijken op de idealen en de Sturm und Drang-periode van hun jeugd. Dorstig gaat over de overgang van ‘het leven in het moment’ naar een besef dat dat moment definitief voorbij is en alleen nog maar in de herinnering en dus in de taal kan worden teruggehaald: ‘“Kun je onderzoek doen over het vraagstuk van het jong zijn als je er midden inzit? Terwijl het ‘er midden inzitten’ ons juist verwart?” Nescio, pseudoniem voor Jan Grönloh, betekent niet toevallig: ‘ik weet niet’. 

Ook Het Weiss-effect (2014) gaat over verwarring, de verwarring van het zich verliezen in de mythe van de kunst en de mythologie van de kunstenaar. Drie acteurs proberen hun idool, de (fictieve) denker en schrijver Edgar Weiss tot leven te brengen, door onder andere de ochtend dat hij zijn ultieme werk creëerde, met zoveel mogelijk details te reconstrueren. In tegenstelling tot het Werther-effect dat leidde tot een aantal zelfmoorden van jonge mensen na het lezen van de gelijknamige roman van Goethe, heeft het Weiss-effect alleen maar een positieve en een levens-affirmatieve impact op zijn bewonderaars. De vraag die Hof van Eede opwerpt is of de kunst ons dichter bij dan wel verder weg van de realiteit en onze eigen ervaring brengt. “Het heeft bijvoorbeeld ook heel lang geduurd/ voordat ik een tankstation mooi vond. / ’t Is pas sinds ik Edward Hopper heb leren/ kennen, dat elke keer als ik ga tanken, het lijkt/ alsof ik in een schilderij sta te tanken”, zegt een van de acteurs. Kunst kan onze blik op de werkelijkheid verfijnen. Maar van een lariks zeggen dat het je lievelingsboom is omdat je ergens gelezen hebt dat lariksen een belangrijke rol spelen in het werk van Beckett? Hoe ver zitten we dan nog van manipulatie en ideologie? “Kunst is in staat de banaliteit van het leven op te laden met poëzie. Uiteraard kan taal ook in de weg staan van de ervaring. Het is een vraag die ons bezig houdt: hoeveel fictie heeft een mens nodig om de dag door te komen?”

Het vertrekpunt van Paradis (2015) is geen roman maar een bij toeval gevonden familiealbum van een gezin met een opgroeiende zoon. Het album breekt abrupt af met zeven politiefoto’s gevolgd door een uitgeknipt overlijdensbericht van de zestienjarige jongen. Het levensverhaal en het verdriet van een onbekende familie wordt voor Hof van Eede een laboratorium om na te denken en te fantaseren over toekomstige empathie, rouw en verlies. Ook hier is de spanning voelbaar tussen de innerlijk geleefde ervaring en de verwoording ervan, tussen emotie en taal. Zijn er ervaringen die geen taal verdragen? Zijn er ervaringen waarbij ieder woord het verkeerde woord is? Is muziek beter in staat om deze emotie van verlies en rouw op te vangen, te begeleiden of op te roepen? 

Vanaf Vanish Beach (2017) krijgt het werk van Hof van Eede een duidelijke maatschappelijke dimensie. Vanish Beach focust op thema’s als ballingschap en heimwee Europa vs. Amerika, nostalgie vs. optimisme, conservatisme vs. vooruitgang, traditie vs. vernieuwing, activisme vs. een gevoel van machteloosheid. Veelzeggend is dat Hof van Eede zich vanaf nu meer laat inspireren door bestaande personen dan op fictieve figuren als Jacques, de Titaantjes, Edgar Weiss. 

Vanish Beach is gebaseerd op de ervaringen en de geschriften van een aantal grote Duitse schrijvers en intellectuelen die in de jaren dertig van vorige eeuw op de vlucht voor de nazi’s uit Duitsland en Oostenrijk vertrokken en een onderkomen vonden in Californië. Onder hen Arnold Schönberg, Thomas Mann, Theodor Adorno, Bertolt Brecht en Alma Mahler-Werfel. De tekst is een confrontatie van de diepgang van de Europese cultuur en de zwaarte van de intellectuele traditie met de lichtheid van de Californische zon en de oppervlakkige glamour van Hollywood. De personages zoeken hun plek in een nieuwe wereld gedomineerd door de vrije markt en het ideaal van een onbeperkte consumptie, terwijl ze bespookt blijven door de Europese humanistische erfenis die op het punt staat voorgoed vernietigd te worden. Uit wanhoop en verzonken in melancholie proberen de ballingen samen de straten, de winkels en de cafés van Wenen uit hun hoofd te reconstrueren: “Maar waarom zoudt gij onze ‘Europese waarden’, onze ‘smokkelwaar’ per se willen redden, als ze ons in het verleden niet gered hebben, als ze ons misschien gebracht hebben waar we nu zijn, in de woestijn?” 

Na de passieve houding van de ballingschap focust Salon Secret (2018) op het verlangen om de wereld te veranderen, op de mogelijkheid van verzet en revolutie. Vijf gelijkgestemden ontmoeten elkaar in het geheim in een verlaten salon en discussiëren over wat er kan en moet gebeuren. Ze debatteren over hoe zich te organiseren, over hoe te communiceren met het gewone volk, over de noodzaak van het gebruik van geweld. Ze halen voorbeelden uit het verleden aan: Rosa Parks, de zwarte vrouw die in een bus weigerde haar plaats af te staan aan een witte passagier; de negentiende eeuwse Russische revolutionair Nechayev; Jan Palach die zich in Praag in brand stak als verzet tegen de Russische invasie. Maar ze praten vooral over de mogelijkheid van een nieuwe taal en een nieuwe verbeelding: 

De mens is erin geslaagd om met de taal de toekomende tijd uit te vinden.
Dat is toch waanzinnig.
Luister: “Het zal beter gaan.”
Hoort ge het? Knal.: Ik zeg ‘zal’ en dat woord opent plots een gat in de tijd,
en dat gat noemen we de toekomst.
Ongelofelijk toch?
En ja, de toekomst is onzeker,
maar dat is precies zoals de toekomst moet zijn.

Ook The Big Drop Out (2019) heeft, net zoals beide voorgaande teksten, een politieke vraagstelling: de klimaatcrisis en zijn consequenties. Wat als we uit het systeem zouden stappen? Wat als we niet langer een verandering van het systeem nastreven zoals in Salon Secret, maar eruit stappen, weigeren er nog mee te doen in het besef dat het toch onmogelijk is? Twee personages hebben zich in een schildersatelier op een berg teruggetrokken, een schilderes (gebaseerd op Agnes Martin) en een ex-milieuactivist (gebaseerd op Paul Kingsnorth). Bij hen voegen zich nog drie andere personages: een activiste, een ambitieuze stopper en een dichter. Het komt tot een hevige discussie over actief ingrijpen om de wereld te veranderen ofwel zoeken naar een manier van rouwen omdat het inmiddels te laat is. Ook hier wordt niet gekozen tussen hoop en wanhoop. Het drama van de onverzoenbare posities krijgt bij Hof van Eede vrij spel. Ook daarin ligt een genereuze houding naar het publiek dat gedwongen wordt om op z’n minst na te denken.

De teksten van Hof van Eede kenmerken zich door een opvallende rijkdom aan gedachten over en perspectieven op een aantal existentiële ervaringen en eigentijdse politieke uitdagingen. De expliciete verwerking van literaire teksten en het grote taalbewustzijn spelen een cruciale rol. De intellectuele zelfreflectie, die zich onder meer uit in een meta-theatraal besef, wordt in balans gehouden door relativerende humor, generositeit in de vertelling en een fijnzinnig taalspel, maar die nergens de ernst onderuit halen.    

DOWNLOAD TEKSTFRAGMENT UIT ‘VANISH BEACH’

CONTACT
info@hofvaneede.be
+32 488 69 37 09
www.hofvaneede.be

Geschreven door: Erwin Jans

Erwin Jans werkt momenteel als dramaturg bij Toneelhuis in Antwerpen. Hij geeft les over theater en drama aan de Artesis Hogeschool Antwerpen, waar hij ook onderzoek doet naar de geschiedenis van de dramaturgische tekst. Hij schrijft geregeld over literatuur, theater en cultuur. Hij publiceerde o.a. Interculturele intoxicaties. Over kunst, cultuur en verschil (2006) en was co-redacteur van Hotel New Flandres (2008), een bloemlezing van naoorlogse Vlaamse poëzie. Samen met Eric Clemens schreef hij het essay Democratie onder vragen (2010), dat ook in het Frans verscheen. in 2017 publiceerde hij een anthologie van het theaterwerk door de Vlaamse toneelschrijver en regisseur Tone Brulin. 

BIBLIOGRAFIE

  • Waar het met de wereld naartoe gaat, daar gaan wij naartoe (2012)
  • Dorstig (2013)
  • Het Weiss-Effect (2014)
  • Paradis (2015)
  • Vanish Beach (2017)
  • Odessa (2017) - korte monoloog voor Brutalavista/Brutaal Brugge
  • Salon Secret (2018) - i.s.m. Arsenaal/Lazarus & Kopergietery
  • Design Your Own Life (2018) - korte scène voor Always In The Kitchen van Gouvernement/CAMPO
  • The Big Drop-Out (2019)
  • VECHTSTUK (2021)
  • DAVID of hoe we ons bedacht hebben (2021) - een coproductie van Cie de KOE, De Nwe Tijd en Hof van Eede


Kunstenpunt

Steunpunt voor beeldende kunsten, podiumkunsten en klassieke muziek.